Page:United States Statutes at Large Volume 46 Part 2.djvu/1163

ARBITRATION TREATY-NETHERLANDS. JANUARY 13, 1930. 2771 the question or questions at issue, and settle the terms of reference. The special agreement in each case sha.ll be made on the part of the United States of America by the President of the United States of America. by and with the ad- vice and consent of the Senate theretJf i and on the part of the Nether ands in accordance with its constitutional laws. ARTICLE II The provisions of this treaty sha.ll not be invoked in respect of any dispute the subject matter of which (a) is within the domestic juris- diction of either of the High Con- tract~ Parties, (b) mvolves the interests of third Parties (c) depends upon or involves the maintenance of the traditional attitude of the United States con- cerning American questio~sJ com- monly described as the Monroe Doctrine, (d) depends upon or involves the observance of the obligations of the Netherlands in accordance with the Covenant of the League of Nations. ARTICLE III The present treaty sha.ll be ratified by the President of the United States of America by and with the advice and consent of the Senate thereof and by Her Maiesty the Queen of the Netherlands. The ratifications sha.ll be exchan~ed at Washington as soon as posslble, and the treaty sha.ll den bapaald, welke byzondere overeenkomst in de samenstelling, zoo n~, van zoodanig college zal VOOrzlen, de bevoegdheden daarvan zal omschryven, het punt of de punten in geschil zal vast- stellen en den inhoud der opdracht zal regelen. De voor elk geval tot stand te brengen byzondere overeenkomst za.l van de zyde der Vereenigde Staten van Amerika door den President der Vereenigde Staten van Amerika op advies en met goedkeuring van den Senaat der Vereenigde Staten en aan de zyde van Nederland in overeenstem- ming met de voorschriften der Grondwet gesloten worden. ARTlKEL II Special agreement. De bepa.lingen van dit verdrag Subjects not in. ull . rd' eluded. Z en ruet wo en lllge~epen met betrekking tot eenig geschil, waar- van het onderwerp: a) behoorttotdeeigenbevoegd- heid van sen der Hooge Verdrag- sluitende Partyen; b) de belang6!l van derde Par- tyen raakt; c) beheerscht wordt door de handha~ der aloude, gewoon- lyk als de Monroe-leer geken- merkte houding der Vereenigde Staten met betrekking tot Ameri- kaansche ~elegenheden, of aan die handhaving raakt; d) beheerscht wordt door de inachtneming van de verplichtin- gen van Nederland in overeen- stem.mm.g met het handvest van deD Volkenbond of aan die inachtneming raakt. ARTlKEL III Dit verdrag za.l worden be- Ratitlcation. krachtigd door den President der Vereenigde Staten van Amerika, op advies E.:l met goedkeuring van den Senaat der Vereenigde Staten, en door Hare Majesteit de Ko- ningin der N ederlanden. De akten van bekrachtiging ti~?hange of ratitlca- zullen zoo spoedig mogelyk te Washine,aton worden uitgewisseld