This page does not need to be proofread.

206

Niet te zuchten, niet te klagen, Maar te leven, onverveerd, Niet te zoeken, niet te vragen, Maar, het hoofd omhoog gedragen, Zóó den stoeren strijd te wagen — Dat heeft mij dit graf geleerd Weinig had mijn nicht geleden, — Stormloos was haar levenszee — Daarom, rustig en tevreden, Liep ik licht, met luchte schreden, En dan ook om deze reden: d' Erfenis viel nog al mee. 10. DE TREINEN ZIJN OP TIJD. Jubelzang, ter tijdelijke vervanging van het Volkslied. „Een forens schrijft ons: De stroom van ingezonden stukken is gestremd, de golf van boosheid is gezakt. De treinen vertrekken weer op tijd. Ze komen weer op tijd aan." — Hbl.

Wien Neerlandsch bloed door d' aadren vloeit, Van vreemde smetten vrij, Wie 't eeuwige gezeur verfoeit Der Spoorwegmaatschappij, Hij stemm', met mij vereend van zin, Vervuld van dankbaarheid, Geestdriftig dezen juichkreet in: De treinen zijn op tijd! (bis) Geen ingezonden stukken meer, Sarcastisch, fel en bits, Wij hebben het vertrouwen weer In onzen spoorweggids. De cijfertjes, zij liegen niet, Maar geven zekerheid, Zoo klinke dan ons daavrend lied: De treinen zijn op tijd! (bis) Wanneer de slaperige forens, Uit 't zoele bed gejaagd, (Er is waarschijnlijk wel geen mensch, Die d' arme niet beklaagt!)