This page does not need to be proofread.

245 Waarom de boom gerooid is op de brink Het voorstel tot verbreeding van een straatje t Vertrek van boot en trem — dat alles vi'n'k In t plaatselijke blaadje. Ik grasduin zoo genoeglijk en zoo knus In „Onze lachhoek," 't „Zondagmorgenpraatje" i n t „Buurtnieuws" en in „Onze Vragenbus" Van 't plaatselijke blaadje. Er is nog meer — o, nog 'n hééle hoop: Een feuilleton uit t Duitsch, soms zelfs een plaatje, ü n de advertenties van de bioscoop, In 't plaatselijke blaadje. Ook „Brieven uit de Hoofdstad," en *t verslag van beide Kamers en ons eigen Raadje, En nog een Levensdruppel iederen dag Geeft 't plaatselijke blaadje. Ze krijgen ten bureele *t nieuws goedkoopMen tapt er dapper uit eens ander's vaatje; En laat den tijdingstroom zijn vrijen loop' Naar 't plaatselijke blaadje. De schooljeugd, op het pleintje, houdt een race, Speelt krijgertje, verstoppertje of soldaatje; En ik zit stil voor 't venster, en ik lees Mijn plaatselijke blaadje. Ik voel niets meer van 's levens angst en leed Ja; alle hartstocht, iedere drift verlaat je Wanneer je eens 't genot te smaken weet Van 't plaatselijke blaadje. En 'k hoop dat over mij — ben 'k weggekwijnd, Gezakt naar 't einde van mijn levenspaadje Een vriendelijk artikeltje verschijnt In 't plaatselijke blaadje. Dan wordt mijn zielloos lichaam gecremeerd, E n dan — zóó is mijn wensch (enfin dat raad je») Dan brande mee i n 't vuur, dat mij verteert Het plaatselijke blaadje.