Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/183

This page needs to be proofread.

CHAMPAIGN.


  • Champaign, [t[vs]`ampein], [(t)[vs]samp`e`in], subst. open, vlak land; adj. open, vlak.
  • Champerty, [t[vs]`amp[e]ti], afspraak van den solicitor met zijn client om de eventueele voordeelen van het proces te deelen.
  • Champignon, [(t)[vs][e]mp`inj[e]n], eetbare paddestoel.
  • Champion, [t[vs]`ampj'n], subst. kampioen; adj. kampioen. . ., uitstekend; — verb. verdedigen; —ship, kampioenschap.
  • Champop = Champagne = 'panje', 'sjampie'.
  • Chance, [t[vs]âns], subst. toeval, kans, uitzicht, mogelijkheid; — verb. wagen, gebeuren: By — = toevallig; Main — = persoonlijk voordeel; On the off — = met 't oog op de mogelijkheid; To stand a — = kans hebben; To take one's — = het er op wagen; I —d to meet him = ik ontmoette hem toevallig; To — it = het er op aan laten komen; —-comer = een toevallig binnenkomende; —-games; —-medley = manslag uit noodweer.
  • Chancel, [t[vs]`âns'l], koor (waar het altaar is, gewoonlijk met een hek afgesloten).
  • Chancellor, [t[vs]âns'l[e]], kanselier: Lord (High) — = Lord keeper = Minister van Justitie, Groot Zegelbewaarder, President van het House of Lords en voorzitter van de Chancery Division van het Hooggerechtshof; — of the Exchequer = hoofd-*ambtenaar van de Treasury aan 't hoofd waarvan The First Lord staat; —ship = kanselierschap.
  • Chancery, [t[vs]`âns[e]ri, kanselarij: — Division = afdeeling van het hoogste gerechtshof; To be in — = failliet zijn; in de klem zitten.
  • Chandelier, [[vs]|and[e]l`î[e], kroonluchter; blindeeringsfascine.
  • Chandler, [t[vs]`ândl[e]], kaarsenmaker (verkooper): Corn — = factor; Ship — = winkelier in victualiën; —y = kleinhandel, winkel.
  • Change, [t[vs]`e`in[vz]], subst. verandering, wijziging, overgang, afwisseling, nieuwigheid, variatie, modulatie, klein geld, pasmunt, geld dat men terugkrijgt, verschooning, de Beurs; — verb. veranderen, verwisselen, verruilen, (geld) wisselen, overstappen, zuur worden: To get (give) one his — = geld terug geven; iemand dienen (fig.); He won't get much — out of me = hij zal van mij niet veel halen, krijgt bij mij den wind van voren; To have no —; They won't have any — = behoeven niet over te stappen; To ring the —s = op allerlei manieren herhalen; valsch geld uitgeven, een winkelier in de war brengen zoodat hij te veel terug geeft; A complete — of linen = verschooning; The wind —d; To — trams; — here for Velp = Velp overstappen; He —d his dress (linen) = trok andere kleeren aan, verschoonde zich; To — to a steamer = overstappen op; He —d to the diplomatic service = ging over in; ab`i`lity = veranderlijkheid; —able, veranderlijk; subst. —ableness; —ful = veranderlijk; —less = onveranderlijk; —ling = wisselkind; weifelaar, wankelmoedige.