Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/434

This page needs to be proofread.

FREE.


  • Freak, [frîk], subst. gril, kuur; verb. bont maken, streepen of stippels trekken: — of nature = wangedrocht.
  • Freckle, [fr`ek'l], subst. (zomer)sproet, vlekje; verb. met sproeten bedekken of teekenen; —-faced = met sproeten in 't gezicht = —d; subst. —dness; Freckly = —d.
  • Fred, [fred], verk. v. Frederick, [fr`ed[e]rik], Frederik.
  • Free, [frî], adj. vrij, toegankelijk, onbelemmerd, gratis, vrijwillig, oprecht, mededeelzaam, mild, toegelaten (tot een gilde b.v.), los; verb. bevrijden, verlossen, uithoozen, lens pompen: —-and-easy, ongedwongen; subst. gezellige familiare bijeenkomst; You are — to jump my claim = moogt gerust .. negeeren; Wine was — to all takers = ieder, die wou, kon vrijelijk wijn drinken; He is — of the goldsmiths' company = hij is lid van het goudsmidsgilde; You are as — of the house as anybody = gij kunt even vrij het huis binnen gaan als ieder; I am — to admit that = ik erken dit gaarne; To get — = vrij komen; To go — = met gevierde schooten zeilen; He was made — of the City = hem werd het eereburgerschap der City aangeboden; They made — with his wine = dronken ongegeneerd; He did not offer to — me = mij van mijn woord te ontslaan; This ticket will — you over every line of the country = met dit kaartje kunt ge voor niets langs elke spoorlijn in het land reizen; —-bench = weduwengoed; —booter = vrijbuiter; — chase = vrije jacht; — church = kerk zonder Staatscontrole of met vrije zitplaatsen; de in 1843 afgescheiden Schotsche kerk; —-city = vrije Rijksstad; —-fighter = guerilla soldaat, franc-tireur; — grace = Vrije Genade; —-hand = uit de vrije hand; —-handed = edelmoedig, mild, royaal; —-hearted = openhartig, weldadig; —-hold, subst. grondbezittingen, waarover men vrijelijk testamentair mag beschikken = —hold estate in land; —-holder = bezitter van een freehold; —-lance = krijgsknecht; "wilde" (Parl.); —-list = lijst van hen, die vrijkaarten krijgen (hebben); —-liver = smulpaap, iemand die groot leeft; — love = vrije liefde; —man = vrije, stemgerechtigd burger, lid van een City Company; —-mason = vrijmetselaar; —-masonry, [m`asonry] = vrijmetselarij; —-minded = met onbekommerd gemoed; —-pass = vrijbiljet; —-port = vrijhaven; —-school = kostelooze school; He wanted — and open sittings in church = wenschte, dat ieder vrijelijk de onbezette plaatsen zou mogen innemen; His talents had — space to work = konden zich vrij ontplooien; —-spoken = vrijmoedig; —-stone = zandsteen, arduin; —-states = die Staten van de Unie, waar reeds voor den burgeroorlog geene slavernij meer bestond; —-talk and knowing innuendos = familiare gesprekken en slimme wenkjes; —-thinker = vrijdenker; —-trade = vrijhandel; —-trader = voorstander van vrijhandel; —-wheel; —-will