Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/607

This page needs to be proofread.

KEEP.


  • maat; verb. van een kiel voorzien, omslaan (over), met de kiel over den grond schuren (ook: to plough with the —), varen; To float — up = onderste boven: —-boat = kielboot; —er (= —man) = schuitenvoerder; —haul = kielhalen; —son = kolsem (scheepst.).
  • Keeling, [k`îli[n,]], leng (soort v. kabeljauw).
  • Keen, [kîn], scherp, vinnig, bijtend, bits, doordringend; belust, verzot (on): As — as mustard; —-edged; —-eyed; —witted = scherpzinnig; subst. —ness.
  • Keep, [kîp], subst. bewaring, bewaking, slottoren, redoute, bestaan, onderhoud, voer, kost; verb. bewaren, behouden, hoeden, bewaken, weerhouden, handhaven, onderhouden, vervullen, houden, etc.: I am —ing you = houd je op; It won't — (well) = blijft niet goed; To — aloof = zich op een afstand houden; To — at bay = van zich afhouden; To — close = geheim houden; To — silent (silence) = zwijgen; He kept crying = hij schreide maar door; He kept us waiting = liet ons wachten; To — company = gezelschap houden; To — company with = verkeeren met; To — (one's) counsel = zwijgen, een geheim bewaren; Do you — figs? = hebt gij ook vijgen te koop? To — garrison at = in garnizoen liggen; To — one's ground = stand houden; To — bad (late), good (early) hours = altijd laat, vroeg thuis zijn; To — house = huishouden; To — pace with = op de hoogte blijven van, meegaan met; Put your trust in God, and — your powder dry; — thy shop and thy shop will — thee = pas op uw zaak en uw zaak zal u onderhouden; To — one's temper = zich inhouden, kalm blijven; To — terms = college loopen; To — time = in de maat blijven; To — touch of, in touch with = voeling houden met; To — watch = wacht houden; To — one's silver wedding = vieren; — it back = houd het geheim, bedwing u; He kept down his anger = onderdrukte; — from sin = laat af van; He kept me from my lessons = hield mij af; I kept the knowledge of it from him = onthield hem; I could not — from saying it = niet nalaten; To — in (after school-hours) = nahouden; It's well to — in with her = op goeden voet te blijven; To — off = afweren, afhouden (van); I could not — myself on my legs = niet op de been blijven; The army was kept on foot = werd onder de wapenen gehouden; He kept on taking the first turning to the right = nam maar steeds; He kept on turning = hij keek maar steeds om; — it on = ga zoo door; — on with your algebra