Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/698

This page needs to be proofread.

MEDITERRANEAN.


  • Mediterranean, [m|edit[e]r`e`inj'n], subst. Middellandsche Zee; adj. middellandsch.
  • Medium, [m`îdj'm], subst. midden, middensoort, middenterm, middenstof, middel, hulpmiddel, Engl. mediaanpapier (18 X 28 inches), medium; adj. middelmatig, gemiddeld, doorsnee - -: Through the — of = door bemiddeling (middel) van; At a —; Of (Less than, Over the) — height; —-sized.
  • Medlar, [m`edl[e]], mispel(boom): —-tree.
  • Medley, [m`edli], verwarde massa, potpourri; ook adj.
  • Medulla, [mid`[a]l[e]], merg; —ry, [mid`[a]l[e]ri], [med[e]l[e]ri] = mergachtig, merg..; Med`u`llin = mergstof (Chem.).
  • Medusa, [m[e]dj`ûs[e]], Medusa; kwal; mv. Medusae, [m[e]dj`ûsî].
  • Meed, [mîd], belooning, prijs, gift.
  • Meek, [mîk], zachtzinnig, gedwee, nederig: —-eyed; —-spirited = deemoedig; subst. —ness.
  • Meerschaum, [m`î[e][vs]ôm], [m`î[e][vs][e]m], meerschuim(en pijp): — pipe.
  • Meet, [mît], subst. bijeenkomst (van sportlui); rendez-vous voor sportlui, de gezamenlijke sportlui; adj. geschikt, gepast; verb. ontmoeten, tegenkomen, tegemoet komen, bijeenkomen, nakomen, voldoen aan, bevredigen, enz.: A — of the Coaching Club = het samenkomen van de leden dier club, die coaches bezitten en zelf rijden; It is not — that he should go there = gepast; Mere inquiry will not — the case = is in dit geval niet voldoende; More is meant than —s the ear (the eyes) = daar schuilt meer achter dan men hoort (ziet); That —s the needs of the people = voorziet in; To — due protection = behoorlijk gehonoreerd worden; I will — you on equal terms = durf je staan onder gelijke voorwaarden; The carriage is to — the 10,5 train = moet zijn aan; To — a person halfway = tegemoet komen (fig.); Have I met you? = Is dit wat u verlangt, is dit voldoende? I met with a kind reception = vond eene vriendelijke ontvangst; I met with an accident, a bad fall, a loss = mij trof, ik kreeg; He is met with = heeft zijn man gevonden; He tried to — all my wants = te voorzien in; I cannot make both ends — = ik kan niet rondkomen; I sent to — them at the 10,5 train = liet ze afhalen; It was Greek — Greek, diamond cut diamond = twee Joden weten wat een bril kost; —ing = ontmoeting, bijeenkomst, vergadering, zitting, dag van een wedren, samenvloeiing: The —ing was called for half-past seven = bijeengeroepen tegen; —ing-house = bedehuis; —ing-place = plaats van samenkomst; —ly = gepast, geschikt; —ness = gepast-, geschiktheid.
  • Meg(a), in samenst.: groot, reusachtig; Megaphone, [m`eg[e]f|o|un], soort roeper; Megascope, [m`eg[e]sk|o|up], megascoop.
  • Megass(e), [m[e]g`as], uitgeperst suikerriet.
  • Megrim, [m`îgrim], schele hoofdpijn, gril, luim: —s = zwaarmoedigheid; koliek bij paarden.