Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/937

This page needs to be proofread.

REEF.


  • Redistribute, [r|idistr`ibjût], opnieuw uitdeelen; subst. Red|istrib`ution; adj. R|edistr`i`butive, Redistr`i`butory.
  • Redivivus, [ridiv`a`iv[a]s], herleefd.
  • Redolence, Redolency, [r`ed[e]lens(i)], geur, welriekendheid; adj. Redolent, [r`ed[e]lent]: The air in the room was — of attar of roses = was bezwangerd met.
  • Redouble, [rid`[a]b'l], verdubbelen.
  • Redou(b)t, [rid`a`ut], reduit (vestingbouw).
  • Redoubtable, [rid`a`ut[e]b'l], geducht, gevreesd = Redoubted.
  • Redound, [rid`a`und], weer neerkomen, terugvallen, strekken: No small profit —s from this business to you = vloeit voort; All this —s on you = valt op u terug; That will — to the credit and advantage of our cause = strekken tot.
  • Redowa, [r`ed[e]wa], Boheemsche dans; muziek daarbij.
  • Redraft, [rîdr`âft], subst. tweede afschrift of afdruk; herwissel; verb. opnieuw opstellen (ontwerpen, teekenen).
  • Redraw, [rîdr`ô], opnieuw (een wissel)trekken.
  • Redress, [ridr`es], subst. herstel (van grieven, b.v.), vergoeding; verb. verhelpen, herstellen, vergoeden: To obtain —; —able = wat verholpen kan worden; —ment = herstel.
  • Reduce, [ridj`ûs], terugleiden, terugbrengen tot een vroegeren toestand, verlagen, dégradeeren, ten onder brengen, verminderen, verkleinen, reduceeren, intoomen, rangschikken: To — to ashes = tot asch verbranden; His family was —d to beggary (poverty) = tot den bedelstaf gebracht; The account was —d to half its amount = werd tot op het halve bedrag teruggebracht; This startling order —d us all to powder = we stonden 'paf' van; To — to submission = tot onderwerping brengen; The sergeant was —d to the ranks = werd tot soldaat gedegradeerd; In —d circumstances = armoedige; A —d copy = verkleinde copie; A —d family = verarmde; —r; Reducible, [ridj`ûsib'l]: To be — to = herleidbaar tot; Reduction, [rid`[a]k[vs]'n], reductie, terugbrenging, overwinning, onderwerping, vermindering, rabat, verkleining, herleiding: — of fractions to a common denominator = gelijknamig maken van breuken; Red`u`ctive = verminderend, reduceerend; ook subst.
  • Redundance, Redundancy, [rid`[a]nd'ns(i)], overtolligheid, overdaad; This word is redundant = overtollig, te veel.
  • Reduplicate, [ridj`ûplikit], herhaald; subst. verdubbeling; verb. [ridj`ûplikeit], verdubbelen, herhalen; subst. Reduplic`ation; adj. Red`uplic|ative.
  • Ree, [rî], reis, Portugeesche of Braziliaansche muntéénheid. Zie Reis.
  • Re-echo, [rî-`ekou], weergalmen, weerklinken.
  • Reed, [rîd], riet, herdersfluit, tongetje, mondstuk, weverskam; —-bird = rijstvogeltje (Amer.); —-fence = rietscherm; —-grass = riet; —y = vol riet, rieten, rietachtig; brouwend.
  • Reef, [rîf], subst. rif; reef; verb reven;