This page does not need to be proofread.

166 dan, na een oogwenk, verschijnt in de plas weer het beeldschoone wonder. „Wee mij!" zoo klaagt hij zijn smart, „hoe verdraag ik dit nameloos lijden? Vlak bij den vriend van mijn hart en toch vademen van hem gescheiden! Ik, die naar teederheid dorst, moet hier eenzaam i n wanhoop verkwijnen!" En hij kastijdt zich de borst, zich berokkenend duldlooze pijnen. Zoo stort hij jammerend neer, 't gloeiend hoofd op de koelende zoden Nu lijdt Narcissus niet meer, want zijn geest is het lichaam ontvloden. En de Najaden, vol smart, snellen toe naar de plek... zij ontwaren niets dan een bloem, geel i n 't hart, met een kransje van sneeuwwitte blaren. Mijdt dus den spiegel als 't kan, want het kon je nog wel eens berouwen! Dit is 't verhaal van een man, maar het geldt haast nog meer voor de vrouwen. 4. PYGMALION. Zekere Pygmalion, in den tijd van het verre verleden, leefde zoo vrij als hij kon, ongetrouwd, dus volkomen tevreden. Kunst was zijn lust, i n 't gemeen, en het beeldhouwen i n het bijzonder, en uit het levenloos steen schiep hij 't beeld van een vrouw — 't was een wonder, 't Was van zoo zeldzame pracht, dat produkt van zijn vaardige handen, dat, met ontembare kracht, het zijn minnevuur fel deed ontbranden, 't Was van een lijn en een bouw, die zóó schoon en zóó levensgetrouw scheen, dat het geen beeld van een vrouw, maar een vrouw (en een beeld van een vrouw!) scheen.