This page does not need to be proofread.

216 Waarom dat niet buit" aan de schrapper geschrapt? Maar kijk liever uit, dat u nergens in trapt! — Nee, nee, meneer, laat u z' in godsnaam maar loopen, Hier niet — u kunt straks wat insektpoeder koopen. Men zegt „transpireeren," mevrouw — als men 't zegt! Want voor een gesprek leent zich 't onderwerp slecht. — Glimlachen, mevrouw! Desnoods lachen — nóóit proesten! — Meneer!!! Dan tenminste gelijk even hoesten! Neen, dat is een aschbakje — geen kwispeldoor, — Nee, mevrouw, daar gebruikt men zijn vingers niet voor, Nee, zelfs niet met 't lepeltje al lijkt het u vitten, De suiker-rest moet u d'r in laten zitten. — 't Is heet, maar 'k wou dat u dat blazen wat liet. — Mevrouw, drink uit 't kopje — uit 't schoteltje niet. Meneer, wees zoo goed, niet aan alles te ruiken. — Och mevrouw, wil u even uw zakdoek gebruiken? U leert vlug, meneer: 'k zag, u deed het daar gauw, Maar denk in 't vervolg d'r om: niet met uw mouw. — 't Is waar, 't is wat warm; ik zag 't aan uw gezicht; Maar m'n beste mevrouw, uw japon moet weer dicht. — Eén stoel per persoon, meneer; weg met die beenen! — Ja zeker, mevrouw, u draagt prachtige steenen, En paarlen, robijnen — ja, allemaal echt, Maar had u er nou niet de prijs van gezegd! Pardon, waarde heer, heusch, hier wil toch niets groeien, U hoeft, als u niest, niet den grond te besproeien. — Mevrouw, hand ervoor; 't best is, dat u 't vermijdt; En zeker 'n duim of drie vier minder wijd! — Recht op, beiden! 'k Dacht dat u zóó wou gaan duiken! — Tabak, meneer, enkel voor rooken gebruiken! Heel lekker, misschien, maar hij moet uit uw mond. Maar afleeren, hoor! Nee, nu niet op den grond! Wel zonde, hè? 't Was net zoo'n lekkere, versche — Nee, mevrouw, nee! zóó neemt m' uit 'n ben 'n hand kerse', Maar koekjes die neemt men maar één-tegelijk, En houd wat u beet hebt, zoo in uw bereik. — Dieroomtaartjes schijnen u wel te bekoren, Maar niet met die room zoo tot over uw ooren! Voorzichtig zoo'n hap! Niet te gauw! Niet te gauw! Uw vingers afvegen — niet likken, mevrouw! — Die melkkan, hoe vreemd het u ook moge klinken, Dient om uit te schenken — niet om uit te drinken. — Niet hier doen, uw nagels! — Uw mond is te vol! —