Page:1920 - Engelsch-Nederlandsch Woordenboek DP.pdf/707

This page needs to be proofread.

MILL.


  • Militancy, [m`ilit'nsi], oorlog(stoestand); Militant = vechtend, strijdlustig: The Church —.
  • Militarism, [m`ilit[e]rizm], oorlogsgeest, oorlogspolitiek, militairisme.
  • Military, [m`ilit[e]ri], adj. krijgs {{..., krijgshaftig; subst. mv. militairen: — Academy; — chest = oorlogskas; — code; He is a — man = militair; I am not a — man = anti-militair; — officer = officier van de landmacht; — school; — service; — stores = krijgsvoorraad.
  • Militate, [m`ilit|e|it], (met against, from) = vijandig staan tegenover, strijden tegen.
  • Militia, [mil`i[vs][e]], militie, die zonder eigen toestemming niet buitenslands diende (nu vervangen door de "Special Reserve"): The land and the marine —; To serve in the —; —man.
  • Milk, [milk], subst. melk, zog, sap; — verb. melken, melk geven: There's no help for (It's no use crying over) spilt — = gedane zaken nemen geen keer; To take in with the mother's —; To — the pigeon = monnikenwerk doen; To — the wires = onrechtmatig vreemde telegrammen aflezen; zich een deel van een electr. stroom toeeigenen; —-and-water(y) = melk en water {{..., flauw, sentimenteel; —-can; —-cure; —-farm; —-fever = zogkoorts; —-gauge = galactometer; —-glass = melkglas; —-jug; —-livered = laf; —maid; —man = melkboer; —-pail; —-punch = rum met melk, suiker en muskaat; —-sop = in melk geweekt brood; verwijfd persoontje; — Standard Act = wet tegen melkvervalsching; —-strainer = zeef; —-sugar; —-tooth = melktand; —-walk = wijk van één melkboer; —-woman; —er = melker; melkkoe = —ing-cow; —ing-time; —y = melkachtig: The —y Way = melkweg.
  • Mill, [mil], molen, fabriek, spinnerij, tredmolen; vuistgevecht, rekenpenning (1/10 v. een Am. cent); — verb. malen, kartelen, vollen, walken, pletten, afranselen, doen schuimen: That brings grist to your — = dat zet zoden aan den dijk, geeft je voordeel; To go through the — = door ervaring leeren; He has been through the — = hij weet er alles van; Oil —; Saw —; St. Stephen's — = het Parlement; Wind —; —-brook = molenbeek; —-clack, —-clapper = molenklapper; —-cog = tand (molenrad); —-dam = molendam; —-hand = molenaarsknecht; fabriedsarbeider; —-head = water vóór den molen; —-owner = fabrikant; —-pond = molenvijver: As quiet as a —-pond; —-race = molentocht; —-sail = molenzeil; —-stone = molensteen; To get between the upper and the nether —-stone = tusschen hamer en aambeeld geraken; He can see through (into) a —-stone = hij is scherpzinnig; —-tail = waterstroom uit een molen; —wright = molenmaker; —er = molenaar: There are many cases of drowning the —er in our annotated editions of standard authors = herhaaldelijk vinden we gevallen van te