This page does not need to be proofread.

23 B. v. dit, met 't kroontje hier, toevallig wat „in 't zicht", Te ruilen met dat kaartje, dat daar bij die slabak ligt! En waar dat alles nu voor dient? Je hoeft 't niet te vragen: Dat 't bruidje 't dure bruidstoilet nog eens een keer kan dragen! Daarvoor dient al die herrie. Want beken het maar oprecht: Op geen receptie is ooit één verstandig woord gezegd! 19. H E T E N K E L E WOORD. „Als u het hart tot spreken dringt, zoo spreek!" — De Génestet.

Slachtoffers, luistert naar het lied, dat mij de ziel vervult: O, stumpers, i k beklaag je zoo! maar 't is je eigen schuld. Daar ligt de invitatie-kaart voor 't feest, voor het diner, Voor het congres, de plechtigheid, of voor het jubilé. Je hebt al dagen van te voren met je vrouw bepraat, Dat jij er aan moet, jij moet speechen, toasten, als je gaat. Het heele feest is j ' al vergald — of neen, de heele week! En bij de pudding r i l je zichtbaar, en je vrouw wordt bleek, Wanneer het onafwendbaar wordt... Daar komt het oogenblik... Je mes dwaalt angstig om je glas voor den fatalen tik Daar zegt je buurvrouw j ' iets — goddank dat j ' even wachten mag! Het is een grap, je luistert half — grijnst, met zoo'n weeë lach Nou moet het maar... „Mag ik misschien eens..." (niemand, die / je hoort) „Mag i k misschien... hm, hm... misschien... mag ik een enkel woord..." Je stem is schor en beverig, en 't anders flink geluid Klinkt vreemd en valsch en hoog en heesch, en 't komt er stooterig uit: „Je wilt de aangename kout... en d' opgewekte toon Niet storen... maar het komt je voor... dat op een feest... zóó schoon... ' En op een dag als deze... waar wij allen, hier vereend... En... e... zoo feestlijk samenzijn... daar heb je toch gemeend... De tolk te zijn... de tolk van allen... die je om je ziet... Je zal niet heel véél zeggen... want... mooi spreken kan je niet... Maar... als je met een enkel woord e... met een enkel woord... Het vroolijke gekout... e... hm... een oogenblik verstoort... Dan is het voor... een woord van dank... van... e... erkentelijkheid... Voor 't alleraangenaamste feest... ons allen hier bereid... Dat moet je van het hart... en... ja... als je je niet bedriegt... Dan is dit oogenblik je 't schoonste... — zeg je, (en je liegt!) —