This page does not need to be proofread.

55 Toen heb j ' eens gezegd, lieve Greetje, Dat alles heel echt aan je was; 'k Geloofde je daadlijk, dat weet je: 'k Geloof i n de trouw van je ras. Maar je voegde er bij: „Slechts die tand, hier op zij, Zoo sneeuwwit, en zoo glimmend als glas, („Hm!") Die heb i k er i n laten zetten." Zoo sprak je, en gaf mij een kus Ach! dat zal ons huwlijk belettend Want 'k las (zie hierboven) en dus.. Ik ka' j ' niet meer zien!! Want die tand is misschien Wel gerukt uit het lijk van een Rus!! „Brrrrrü" 17. A C H , DEDEN W I J OOK M A A R M E E ! Een Amerikaansch oud-senator schrijft in de Times; „In Amerika hoort men nn herhaaldelijk uitingen van leedwezen, om niet te zeggen van teleurstelling over de omstandigheid, dat de Vereenigde Staten zich niet in den grooten wereldkrijg gemengd hebben."

Wat is het toch akelig duf en saai, die eeuwige pais en vree! Lang leve de frissche, de vroolijke krijg! ach, deden wij ook maar mee! Bij ons is er niemand met haat bezield, met hevigen, blinden haat, • Voor iederen man en voor iedere vrouw, en kind, van „den' anderen staat." Wij hebben nog wel wat waardeering hier, al maken w' ons soms wat boos, Wij zien toch het goede i n ieder land — wat laf! wat karakterloos! Bij orts wordt er rustloos gewerkt, gezwoegd voor 't leven, voor 't dagelijksch brood, Ginds werkt men alleen voor een nobeler doel, , veel prettiger: voor den dood!